h

Apathische staarkoeien

7 augustus 2014

Apathische staarkoeien

Gekke koeien met een onverklaarbaar, apathisch staarsyndroom en drie dertigers die zo druk zijn met zichzelf en hun eigen leven analyseren dat ze er doodongelukkig van worden, dat is waar het verhaal over ging dat ik vorige week las. Nu de gemeenteraad zomerreces heeft is er weer eens tijd om boeken te lezen en dat doe ik dan ook graag.

Dit boek was deprimerend en treffend tegelijkertijd. Hoewel schromelijk overdreven en uitvergroot, staarden de drie dertigers zich blind op kleine details in hun leven. Daardoor zagen ze niet alleen niet meer in wat hoofd- en bijzaak was, maar werden ze ook doodongelukkig. Die koeien met dat apathische staarsyndroom, de romanschrijver heeft ze vast niet per ongeluk het boek ingeschreven, waren een mooi symbool.

Afleiding van waar het werkelijk om gaat maakt het aanpakken van het echte probleem niet makkelijker. “Geef het volk brood en spelen” en “de shockdoctrine” (ten tijde van rampen er controversiële maatregelen doordrukken omdat de bevolking bijvoorbeeld bezig is met wederopbouw van het land) zijn daar voorbeelden van. Op de website van De Correspondent verscheen een artikel met de kop “hoe lang nog voordat de opstand tegen de ongelijkheid uitbreekt?” waarin de schrijver het volgende zegt:

“De (conservatieve) Amerikaanse econoom Tyler Cowen denkt dat zijn land straks zal worden geregeerd door de bovenste 10 tot 15 procent, die schatrijk, kerngezond en extreem machtig zal zijn. De rest? Die kan rekenen op gratis wifi, goedkoop online onderwijs, goedkope woningen en, bovenal, een stortvloed aan entertainment. Maar dat is het dan ook. De lonen van de meeste Amerikanen zullen stagneren en de kwaliteit van de zorg, het onderwijs en de leefomgeving zal afnemen.”

Een soort moderne vorm van brood en spelen, zodat mensen maar niet teveel gaan nadenken over wezenlijke waarden zoals gelijkwaardigheid, democratie, vrijheid en solidariteit. Alsof mensen een soort koeien worden met een apathisch staarsyndroom. Politici lijken daar maar al te graag in mee te gaan, bijna bang om nog met een gedegen visie te komen op steeds complexer wordende maatschappelijke vraagstukken. Bij welke kiezer vindt hun verkiezingsprogramma dan immers nog gehoor?

De PvdA heeft niet voor niets ooit z’n ideologische veren afgeschud. D66 heeft het pragmatisme nooit geschuwd en de VVD is nog maar weinig liberaal. De vraag is of men uiteindelijk beter af is als we constant bezig zijn met relatief futiele zaken. Hebben mensen uiteindelijk niet iets wezenlijks nodig om te weten wie ze zijn?

Het bezig houden met bijzaken zodat je maar niet bezig hoeft te zijn met hoofdzaken gebeurt ook in de gemeenteraad. Als volksvertegenwoordiger is het mijn taak om de stem van bewoners over te brengen zodat het beleid aansluit bij wat mensen willen. Het is niet mijn taak tot op de komma nauwkeurig dat beleid te maken, daarvoor zijn er ambtenaren. Steeds vaker zie ik moties voorbij komen die ofwel over kleine details gaan, of over zaken die totaal overbodig zijn, omdat ze bijvoorbeeld al toegezegd zijn. Dan zit mijn fractie in een dilemma.

Tegenstemmen lijkt soms raar voor de buitenwereld, alsof we niet voor het voorgestelde punt zijn. Andere partijen maken daar dan dankbaar gebruik van. Voorstemmen voelt voor mijn fractie ook raar, want we zitten dan met z’n allen overbodig werk te doen. Die moties leveren niets nieuws op, maakt het voor inwoners of de stad niet beter. En reken maar uit: per vergadering zitten er 39 raadsleden, 5 wethouders, 1 burgemeester, de griffie en de bodes van het stadhuis. Dat betekent zo’n 60 mensen. 5 minuten van 60 mensen betekent 5 uur in totaal. Zolang we ons bezighouden met die kleine details, hebben we het niet over de belangrijke zaken, zoals bijvoorbeeld hoe we de zorg menselijk houden.

De SP zal dan ook tegen alle overbodige moties stemmen. Dat zal ongetwijfeld vragen oproepen maar wij hebben het liever over zaken die er toe doen. Voordat we veranderen in apathische staarkoeien.

U bent hier