‘De zorg is geen markt en de mens geen product’
‘De zorg is geen markt en de mens geen product’
Marktwerking leidt niet tot uitholling van de huishoudelijke zorg, beweert voorzitter Ekke Wolters van De Borg Stichting. Tweede Kamerlid Rosita van Gijlswijk (SP) ziet echter genoeg reden om de marktwerking in de thuiszorg een halt toe te roepen.
Door Rosita van Gijlswijk, Tweede Kamerlid SP
De heer Wolters schetst een veel te rooskleurig beeld van de situatie in de thuiszorg en ziet het werken onder slechte arbeidsvoorwaarden als een kans voor laaggeschoolden om aan de slag te gaan en een kans voor gemeenten om flink te besparen. Hij vergist zich vreselijk. Sinds de introductie van de marktwerking in de thuiszorg zijn gedwongen ontslagen, dwang om onder slechtere arbeidsvoorwaarden aan het werk te blijven, het niet verlengen van contracten van thuishulpen, een vermindering van het aantal uren zorg en de uitholling van de kwaliteit van de thuiszorg aan de orde van de dag. Vorige week stonden alle vakbonden, de ouderenbond ANBO en bijna duizend thuiszorgers en cliënten te demonstreren in Den Haag en vele tienduizenden steunen de actie 'Stop Uitverkoop Thuiszorg'. Deze noodkreet moet uiterst serieus worden genomen.
De huishoudelijke zorg is meer dan schoonmaken alleen. Ze heeft ook een sociale en signalerende functie en maakt voor velen het verschil tussen zelfstandig wonen en (duurdere) opname in een verzorgingshuis. Sinds gemeenten verantwoordelijk zijn voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en zo goedkoop mogelijk zorg in kopen, is er op veel plaatsen een forse verschuiving van gediplomeerde thuiszorghulpen naar alfahulpen.
De heer Wolters beweert dat gemeenten fors kunnen besparen op de huishoudelijke zorg. Als voorbeeld noemt hij de gemeente Groningen die volgens hem op termijn miljoenen euro’s per jaar aan gemeenschapsgeld kan besparen. Gelukkig heeft Groningen een links college met wethouders die kiezen voor de kwaliteit van de zorg en niet voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Laat andere gemeenten daar een voorbeeld aan nemen.
Immers, de verschuiving naar goedkope alfahulpen heeft ernstige gevolgen voor de mensen die afhankelijk zijn van thuiszorg. Ze verliezen hun vertrouwde hulp waar ze zich veilig bij voelen. Daarnaast zetten thuiszorginstellingen en gemeenten alfahulpen in waar het niet kan. Op grote schaal is waarneembaar dat cliënten met verstandelijke beperkingen, dementieverschijnselen, psychosociale problemen en cliënten van zeer hoge leeftijd alfahulp krijgen. De alfahulpen zelf verdienen fors minder dan ze bij de thuiszorginstelling in dienst zouden zijn..
Werkgevers die pleiten voor nog meer alfahulpen moeten zich schamen: zij zijn niet verantwoordelijk voor een goede opleiding voor deze mensen, voor goede arbeidsomstandigheden en hoeven geen sociale premies te betalen. Alfahulpen zijn kleine zelfstandigen in dienst van de thuiszorgcliënten en dat maakt ze heel goedkoop en heel aantrekkelijk voor gemeenten en thuiszorgorganisaties. Laat de thuishulpen niet de dupe zijn als achteraf blijkt dat instellingen geen kwaliteit voor de afgesproken prijs kunnen leveren.
De Wmo leidt tot afbraak van de thuiszorg. Deze ontwikkeling moet gestopt . De positie van alfahulpen moet worden verbeterd door hen in loondienst te nemen en volgens CAO-loon te betalen. In de zorg moeten we terug naar de menselijke maat en zorgen dat het niet om de centen draait maar om de mensen die de zorg nodig hebben. De zorg is geen markt en de mens geen product.
Dit artikel verscheen in het Dagblad van het Noorden van 19 oktober 2007