Afscheidsspeech wethouder Verschuren: pleidooi tegen cynisme
Afscheidsspeech wethouder Verschuren: pleidooi tegen cynisme
Gelach en veel instemmend oogstte Peter Verschuren op 26 april met zijn afscheidsspeech als wethouder. Verschuren ging in op hoe hij het wethouderschap ervaren had, en had vervolgens een boodschap aan de aanwezigen in cultuurcentrum De Oosterpoort: ‘laten we ophouden zelf het wantrouwen en cynisme te organiseren over de publieke zaak, over de mensen die het publieke domein vorm geven’. Zijn verhaal is hier te lezen:
Goedemiddag dames en heren, heel fijn dat u zo massaal naar het gezamenlijke afscheid van drie wethouders gekomen ben.
In mijn bijdrage aan het programma wil u eerst een beeld schetsen van hoe ik het wethouderschap ervaren heb, en vervolgens een boodschap uitdragen.
Mijn ervaringen zijn samen te vatten in enkele bijvoeglijke naamwoorden.
Als eerste verwarrend. Je zet je dertig jaar dag in dag uit voor de proletarische wereldrevolutie vanuit het principe ‘alle macht aan het volk’, en dan ben je wethouder en dat word je van de ene op de andere dag door nota bene de VVD weggezet als onderdeel van de elite die niet weet wat er onder het volk leeft, waarbij dan die VVD tegenover die elite staat en opkomt voor het volk. U begrijpt dat dit mij dat in een diepe identiteitscrisis gestort heeft die inmiddels vier jaar duurt en waarvan ik alleen maar kan hopen dat ik er nog uitkom.
Tweede geremd. U denkt wellicht: een wethouder is een politiek bestuurder, het is logisch dat hij er ook opvattingen op na houdt, en die mag uiten. Dat is niet zo. Als je een mening uit, heb je meteen de dag erop schriftelijke vragen uit de raad: ‘is dit de mening van het hele college?’. Als wethouder mag je niet zeggen wat je vindt van sommige raadsfracties, van sommige maatschappelijke organisaties en van sommige mediavertegenwoordigers. Je mag niet eens zeggen over wie je een mening hebt. Maar als u geïnteresseerd bent: vanaf donderdag ben ik geen wethouder meer…
Als derde: geweldig. Ondanks het verwarrende en het geremde heb ik het als een geweldige tijd ervaren, een periode waarvan ik blij ben dat ik hem heb mogen meemaken. Samen met Sem Schilt Kickboxtv.nl openen en het ongeschonden kunnen navertellen. De leden van de eilandsraad op Curaçao uitleggen wat het dualisme inhoudt. Een feestje meemaken rond de 100e seniorenbaan, met alleen maar heel erg enthousiaste mensen. Dat zijn hoogtepunten. Maar ook de vele gesprekken met mensen die op hun eigen manier een bijdrage leveren aan de samenleving en daar vol passie over vertellen. De rondgang als voorbereiding op het Armoedepact, de gesprekken met werkzoekenden en inburgeraars over hun ervaringen. Met mensen die ideeën hebben over hoe we aan echte integratie kunnen werken. Ik heb daar vier jaar lang heel veel plezier aan beleefd.
Dan mijn boodschap. Dat is de oproep om op te houden met het organiseren van wantrouwen en cynisme over publieke zaak, over de mensen die vorm en inhoud geven aan het publieke domein.
Wie de afgelopen jaren de raadsvergaderingen bijgewoond heeft of de media gevolgd heeft, moet wel denken dat het met de uitvoering van de publieke taken door de gemeente en de met de gemeente verbonden instellingen in alle opzichten een en al ellende is. Debatten in de raad gaan heel weinig over politieke of ideologische meningverschillen, maar staan bol van massieve en veralgemeniseerde kritiek op de uitvoering. Daarbij geldt—voor raadsleden, maar ook voor maatschappelijke organisaties: hoe harder je formuleert, hoe meer aandacht je krijgt in de media. Het dualisme helpt hier ook bij: in toenemende mate denken ook collegepartijen dat ze hun onafhankelijke opstelling moeten vertalen in wantrouwen jegens de gemeentelijke organisatie.
Neem de ontwikkeling rond het fenomeen gemeentelijke rekenkamer. Als het gaat om ingewikkelde zaken waarbij de raad er de vinger niet achter kan krijgen wat er precies aan de hand is, is een rekenkameronderzoek een heel belangrijk instrument. Uitstekend dat daarvoor de mogelijkheid is. Maar de praktijk is nu dat er elk jaar een fors aantal onderzoeken wordt afgescheiden, los van de vraag of er iets aan de hand is, en dat daarvoor bureaus ingehuurd worden die uiteraard hun waarde willen bewijzen door hun conclusies heel erg stevig te formuleren. En de praktijk is verder dat de media van zo’n onderzoek alleen de hardste conclusies weergeven. Zo gaat dat, en zo zijn we bezig het wantrouwen en cynisme op hoog niveau te organiseren. En we zijn nog een stap verder gegaan: inmiddels onderzoekt de rekenkamercommissie ook al voorstellen waarover de raad nog niet eens gesproken heeft, en laat ze advertenties zetten waarin burgers gevraagd worden of zij nog onderwerpen weten voor een onderzoek. Daarmee doen we alles wat mogelijk is om het vertrouwen in het openbaar bestuur te ondermijnen en smeken we er haast om dat de mensen zich afkeren van de politiek en alle vertrouwen verliezen in bestuurders en uitvoerders. Mijn pleidooi: laten we stoppen met die gekkigheid.
Laten we daarmee stoppen omdat het openbaar bestuur en de uitvoerders van publieke taken over het algemeen gewoon goed werken en dit wantrouwen niet verdienen. Laten we er ook mee stoppen omdat de wereld onmogelijk beter kan worden van cynisme en laten we ermee stoppen omdat we anders een self fullfillig prophecy krijgen: wie wil er nog gaan werken bij de overheid als de stuurlui van die overheid zelf uitstralen dat het een hopeloze puinhoop is?
Is dit nu een pleidooi voor een makke raad, voor het monddood maken van maatschappelijke organisaties en voor kritiekloze media? In de verste verte niet. De raad moet zoveel gezag afdwingen dat het college elke vergadering met het zweet in de handen de raadszaal betreedt. Maar laat de discussie gaan over politieke verschillen en niet verworden tot een wedstrijd wie kritiek op de uitvoering het beste kan veralgemeniseren.
En laten de media vooral het bestuur heel kritisch blijven volgen. Juist de openheid van het openbaar bestuur en de kritische aandacht van de media zorgen ervoor dat de kwaliteit van dat bestuur zo hoog is. Maar laten de media niet alleen kritisch kijken naar het bestuur, maar ook kritisch kijken naar de kritiek op het bestuur. Mensen en organisaties hebben belangen. En die belangen spelen vaak een grote rol bij de kritiek die ze uiten op de handelswijze van het gemeentelijk apparaat. Dat mag ook wel eens kritisch gesignaleerd worden.
Dit wilde ik even kwijt. En ik wilde het juist nu kwijt, omdat ik hiermee nadrukkelijk een eerbetoon wil brengen aan al die mensen die bezig zijn de besluiten van het bestuur uit te voeren en voor wie ik diep respect heb gekregen. Wethouder zijn is geweldig, maar dat kan het alleen maar zijn door de vele mensen die een wethouder in staat stellen wethouder te zijn. Alle mensen die dat voor mij de afgelopen jaren mogelijk gemaakt hebben: heel erg bedankt en heel veel succes in de toekomst.