Eikenaar: 'Debat over financiële positie gemeente is richtingloos'
Eikenaar: 'Debat over financiële positie gemeente is richtingloos'
Het debat over de financiële positie van de gemeente vervult SP-fractievoorzitter Eelco Eikenaar met ‘enige gene’. Dat zei Eikenaar in de commissie Financiën en Veiligheid bij het bespreken van de voorjaarsbrief. ‘Ruzie met de provincie, animositeit met de minister. Over elkaar heen buitelende politici in de media, proefballonnetjes die niet allemaal even zinnig zijn. Het geeft geen goed beeld, het is een discussie zonder richting.'
Monty Python: de hardloopwedstrijd voor mensen zonder richtinggevoel
Er wordt een discussie gevoerd zonder enige richting. ‘Het schiet alle kanten op’. Een discussie die Eikenaar doet denken aan een scène uit Monty Python: de hardloopwedstrijd voor mensen zonder richtinggevoel. Dat terwijl het probleem volgens Eikenaar groot maar overzichtelijk is: ‘We hebben een tekort, dat moet worden opgelost. Onze reserves moeten worden aangevuld met 64,8 miljoen euro en de ingeschatte tekorten van 15,8 miljoen euro (2012, 2013 en 2014) moeten worden opgelost. Probleem is dat oplossingen die in de praktijk geen oplossing zijn niet worden weggestreept. Het is zaak dat weg te strepen wat toch geen geld oplevert. Daarmee de discussie vervuilen heeft niet veel zin en zorgt alleen maar voor afleiding en chaos.’
Eikenaar heeft het daarbij over de ringweg, waarover in de voorjaarsbrief staat te lezen dat wordt onderzocht hoeveel geld stoppen oplevert. ‘Dat terwijl al duidelijk is dat dit weinig zal zijn, in ieder geval lang niet genoeg om de gaten in de begroting te dichten. Het college zegt eigenlijk zelf al. In de uitgevoerde stresstest staat te lezen dat de ringweg daar niet in is meegenomen omdat ‘uit de informatie van de gemeente Groningen blijkt dat de gemeentelijke bijdrage zeer beperkt is.’
Het is heel simpel volgens Eikenaar: ‘Er zijn drie mogelijkheden. Mogelijkheid één: er komt een schip met geld binnen gevaren. Alle problemen zijn in één keer uit de wereld. Zou mooi zijn maar het is zeer onwaarschijnlijk dat dit gebeurt. Mogelijkheid twee: we bezuinigen de stad kapot. We snijden in sociale, maatschappelijke voorzieningen en verhogen de lasten en verschuiven de rekening naar de toekomst. Of mogelijkheid drie: we kiezen ervoor om het enige project dat wel behoorlijk wat geld oplevert niet aan te leggen: de tram. Iedereen die weet waar wij voor staan weet ook, dat als er geen wonder gebeurd, wij voor de laatste optie kiezen.’