h

“Gelukkig hoef ik als volksvertegenwoordiger nooit met pensioen”

24 oktober 2018

“Gelukkig hoef ik als volksvertegenwoordiger nooit met pensioen”

Foto: SP

Door: Karlijn Saris.

3 oktober 2018 - “Kom allemaal in actie, laat je stem horen”. Applaus en gejuich vult de grote hal van het academiegebouw wanneer Jimmy Dijk (32), fractievoorzitter van de SP in Groningen, de laatste zin van zijn toespraak uitspreekt. Van onderaan de grote rode trap spreekt hij strijdlustig tot een vijftigtal moedeloze en boze internationale studenten.

Het studiejaar is inmiddels begonnen, maar zij en meer dan honderdvijftig anderen hebben nog steeds geen kamer gevonden in de stad. Om de woningnood onder de internationals nu eens echt de aandacht te geven die het verdient, organiseert de SP vandaag een groot raadsdebat, waarbij ook de RUG en de Hanzehogeschool aanwezig zullen zijn. “Het wordt hoog tijd dat de universiteit haar verantwoordelijkheid neemt.”, aldus Dijk. 

Hoewel dit probleem nu extreme vormen aanneemt, is het voor Dijk niets nieuws. Als geboren en getogen Groninger heeft hij zelf de stad jarenlang beleefd als student. Waar hij nu de protesterende jongeren een hart onder de riem steekt, was hij veertien jaar geleden een van hen. Als lid van ROOD, de jongerenpartij van de SP, voerde hij actie tegen de commercialisering van het onderwijs. 

Foto: Karlijn Sluiter

“Ik weet nog dat we in de UB een enorm spandoek lieten zakken met daarop heel groot de tekst 'Coca Cola-universiteit'. Ik stond bovenaan de trap met een touw om mijn middel en mijn voeten tegen het raam. De beveiliger schreeuwde dat ik het doek onmiddellijk moest loslaten, waarop ik terugriep dat dat niet ging, omdat het doek dan op iedereen die beneden stond zou vallen”. 

Een links nest, zo omschrijft Dijk het zeskoppige gezin waarin hij opgroeide. Maar politiek actief waren ze thuis niet. Toch begrijpt hij achteraf wel waarom hij zich op zijn plek voelt bij de Socialistische Partij. “Er werd thuis altijd veel en heftig gediscussieerd. Nu besef ik dat mijn vaders analyses over maatschappelijke problemen veel overeenkomsten hebben met de overtuigingen van mijn partij”

Toen Dijk tien jaar was, gingen zijn ouders uit elkaar. Zijn vader raakte werkeloos en zijn moeder kon geen werk vinden, waardoor ze het een korte periode niet breed hadden. “In die periode ontdekte ik hoe belangrijk sociale zekerheid kan zijn. Mijn moeder kon daarop terugvallen toen we geen geld hadden voor een wasmachine”.

“Vergaderen, daar vind ik echt niets aan”

Toch ontstond de echte confrontatie met armoede en werkloosheid en de drang hier iets aan te doen in Dijk's studententijd. Zijn bijbaantje in een kartonfabriek liet hem inzien dat het niet iedereen makkelijk afgaat in de samenleving. Tijdens de ploegendiensten, die hij combineerde met zijn studie sociologie, merkte hij dat collega’s binnen twee jaar na hun pensioen overlijden.

“Zoiets breekt mijn hart, dat meen ik echt”. Het was voor Dijk gelijk duidelijk dat het fysiek zware werk met onregelmatige werktijden hier een grote rol in spelen. “Als ik na mijn dienst mijn bed in dook, zaten zij aan de ontbijttafel om de kinderen naar school te brengen”.

Maar medelijden is volgens Dijk niet het goede woord. “Het zijn geen zielige mensen. Sterker nog: dit zijn stoere, trotse mannen, maar ze komen er in onze samenleving veel te bekaaid vanaf”.

Om twintig voor zeven ’s ochtends, nadat Dijk thuiskwam van zijn nachtdienst, meldde hij zich veertien jaar geleden aan bij ROOD. “Ik vond Jan Marijnissen eigenlijk de enige politicus die goede, alomvattende analyses maakte van de problemen in de samenleving”.

Bovendien zag Dijk vaak rode jassen door de wijk lopen, die allerlei goeds deden voor de bewoners. “Die combinatie sprak mij wel aan”

Volgens Dijk is dat nog steeds de kracht van zijn partij: niet alleen vergaderen en mooie woorden spreken, maar de daad bij het woord voegen, erop af, mensen ondersteunen in hun strijd. “Heel veel mensen zijn cynisch geworden en denken dat het allemaal geen nut meer heeft, omdat ze de afgelopen veertig jaar weinig sociale vooruitgang hebben meegemaakt”.

Enthousiast vertelt Dijk dat het zijn partij hier in de stad toch lukt om met hun buurtacties zalen vol te krijgen. “Getatoeëerde mannen, vrouwen met hoofddoekjes, UMCG personeel, echt iedereen komt samen”.

Ondanks de schijnbare verschillen strijden deze mensen volgens Dijk toch samen voor een gemeenschappelijk belang. “Het gevoel van medezeggenschap breekt bij veel mensen toch dat cynisme. Als zoiets lukt, maakt dat me echt trots en blij”

Maar het volk kan ook roerig zijn. Zo maakt Dijk geregeld mee dat buurtbewoners hem om half elf ‘s avonds appen, omdat ze ruzie hebben met de buurman. ”Dan moet je snel zorgen dat de neuzen weer dezelfde kant op komen te staan en duidelijk maken dat de echte tegenstelling niet tussen deze mensen ligt, maar dat ze een gemeenschappelijk doel hebben”

Voor Dijk is de lol er na acht jaar gemeentepolitiek nog lang niet vanaf. Ook de komende gemeenteraadsverkiezingen zal de volksvertegenwoordiger, zoals hij zichzelf noemt, weer als fractievoorzitter op de SP-lijst staan. “Zolang we doorgaan met het organiseren van mensen buiten het stadhuis, zie ik geen enkele reden om in de nabije toekomst te stoppen. Om volksvertegenwoordiger te zijn, hoef je gelukkig niet met pensioen”.

U bent hier